dinsdag 30 juli 2013

Une amie pour la deudeuche

En dan staat er dit op je camping. Deze is van de meneer van de techniek: Didier. Een deudeuche uit 1958 in originele staat.
Top!  Merci Didier

Viaduct de Millau

Na een regenachtige dag en nacht wat een aardig drassige kampeerplek heeft opgeleverd hebben we besloten om een toertocht te maken. We zitten dicht bij Millau en het immense viaduct en Roquefort. Via wonderschone binnenwegen rijden we de Causses op. Dit zijn de plateaus van de Aveyron.Overgebleven stukken land gelijkend op bergen die zijn ontstaan nadat de rivier de Tarn zijn tanden er miljoenen jaren lang heeft in gezet met als resultaat de befaamde Gorges. De Grand Canyon van Frankrijk. Hoogteverschillen van bijna achthonderd meter zijn geen uitzondering. Alweer een beproeving voor de deudeuche.  Haarspeldbocht na haarspeldbocht, wegen net breed genoeg voor een auto en  verkeersborden met de tekst "prorité au voitures montant" en "desante très stijl (weet het Franse woord even niet meer, sorry). U begrijpt dat campers en caravans hier wederom geen toegang hebben. Op de koop toe een nieuw wegdek met losse gravel. Opletten dus. Na bijna een half uur rijden het eerste point de vue met zicht op het viaduct. Woorden schieten te kort om dit uitzicht te beschrijven. Op de retour zullen we dit architectonisch hoogstandje testen op eendwaardigheid.
Dan door. Maar welke kant op? De tomtom herkent het punt niet en de kaart laat geen weg zien.  Dan maar onze steun en toeverlaat gebruiken: le grand guide Michelin. Niet de culinaire versie maar het oorspronkelijke wegenboek. Op naar de RN9. Maar voor we daar zijn laat het eendje zich weer van zijn beste kant zien op wegen die, zo lijkt het, speciaal voor haar zijn aangelegd. Ze is in haar element. De weg naar Roquefort is mooi. Misschien is het daarom dat de plaats ietwat tegenvalt. Het lijkt erop dat dit dorp veel te hard is gegroeid. Mooie originele hardstenen gebouwen zijn elegant tegen de rotswand gedrapeerd. Dat is het mooie gedeelte.  Deze worden echter overschreeuwd door haastig gefabriceerde slecht onderhouden betonnen trappen en fabrieken.
Echter het product waar heel Frankrijk trots op is is geweldig.
De kaas Roquefort wordt hier gemaakt en nergens anders. Pour le monde entier. Hier in dit dorp van vierduizend inwoners. Het is de eerste kaas met een eigen AOC en is in handen van zeven families. Drie bezitten grote kaasmakerijen met bekende namen als Societe en Papillon. Het artisanale karakter van weleer heeft hier plaats gemaakt voor commercialiteit. De vier andere families zijn klein te noemen volgens de eigenaar van de lokale Tabac. Een betrouwbare bron denk ik zo omdat hij de enige Tabac in het dorp is en alle kaasfamilies te vriend moet houden. Maar voordat we bij hem in de winkel belanden hebben we een poging gewaagd om bij Papillon een rondleiding te krijgen. Het is al laat op de dag en het personeel is duidelijk vermoeid. Of is het gewoon toeristenvermoeidheid? Ik zal er niet achter komen. Of er even willen wachten tot de volgende rondleiding. Na twintig minuten kijkend naar een man of tien personeel (normaal zou ik hier medewerkers schrijven) die druk bezig zijn met zich zelf bezig te houden en feitelijk niets doen, houd ik het voor gezien. Enigszins geïrriteerd neem ik mijn gezinnetje mee naar buiten en vertrek. Op zoek naar de kleine kaasjongens. Deze hebben uiteindelijk toch mijn voorkeur. Ik ben opzoek naar streekproducten waar, illusie of niet,  ambachtelijkheid vanaf druipt. We krijgen de tip om naar Le Vieux Berger te gaan omdat dit de kleinste is. We kopen nog wat ansichtkaarten en een droge worst, natuurlijk uit de directe omgeving. Die worst  is wel speciaal. Deze bevat namelijk achtentachtig procent varkensvlees van het vrouwelijk varken wat minstens honderdzeventig kilogram weegt alvorens geslacht te worden. Een magere worst met veel smaak en mooi mondgevoel zal later blijken.
We halen ons eendje op van boven in het dorp en tuffen naar beneden, langs de begraafplaats, waar volgens de Tabac-eigenaar alleen maar mensen liggen begraven van meer dan honderd jaar omdat Le Roquefort goed conserveert. Ja ja... Aangekomen zien we dat het goed is. Pim is geen liefhebber van Roquefort maar na zijn eerste stukje kaas van de familie Yves Combes is hij overstag gegaan. Dit is lekker. Hij is romig, pittig, licht zout en op de juiste temperatuur. We krijgen een filmpje te zien over het ontstaan van de wereldfameuse kaas en over het bedrijf wat nu in handen is van de derde generatie. De oorsprong van de Roquefort ligt in de zeventiende eeuw en het geheim zit hem in de geitenmelk, de penicillinum Roqueforti en in de unieke grotten voor de affinage. Deze grotten zijn vochtig en tochtig en hebben een constante temperatuur van acht tot tien graden. De geitenmelk wordt gekocht van gepassioneerde boeren uit de vier kantons van de Aveyron. De penicillinum is en blijft geheim... als geeft de naam het eigenlijk al het mysterieuze al weg. Van rauwe melk tot consumeerbare kaas duurt het goed anderhalf jaar. Het proces begint zoals bij iedere kaas met het onderscheid dat tijdens het proces hier de penicillinum Roqueforti wordt toegevoegd. De jonge kaas wordt gedurende twee weken drie tot vijf maal per dag met de hand gekeerd. Dan wordt er het zout aan de zijkant en op de bovenkant aangebracht. Na vier dagen wordt dit proces herhaalt maar nu wordt de andere kant gezouten. Nu gaan de kazen de grot in voor een periode van drie maanden. Daarna komt er een aluminiumfolie omheen en gaan ze een koelcel, bijna op kamertemperatuur,  in voor acht maanden. Hier vindt een biochemisch proces plaats waarbij de schimmel, want dat is penicillinum, zijn werk gaat doen. Hier op volgend komt de uiteindelijke van het logo voorziene aluminiumfolie om de kaas. Echter deze blijft nog minstens twee maanden in een koelcel, nu op maximaal vier graden vooraleer hij de verkoop in gaat. Het resultaat zijn cylinder vormige kazen met een diameter van twintig centimeter en vijfentwintig centimeter hoog, gebroken wit met van binnen blauw groene  kanalen. De blauwe schimmelkaas is geboren.
Jammer genoeg is deze van de familie Yves Combes niet in Nederland te verkrijgen, nog niet. Wel in België in Cinay en Hanut.
Bij de uitgang kopen we een stukje.
We hebben nu een leuke verlate lunch bij elkaar. We stappen het eendje in en rijden het dorp uit. Bij de eerste beste air, met fantastisch uitzicht over de vallei, stoppen we. Het is nu zes uur en het is lunchtijd.
Een glaasje rosé voor Cecile en mij en water voor de kinderen, verlangen wekken of nuchterheid, vers stokbrood, droge worst en Roquefort. Gesneden met de pas aangeschafte Laguiolle. Kan het mooier?
Op de terugweg stoppen we nog even bij St. Afrique (in het Catalaans Saint Africa). Ik ben een boek aan het lezen over twee Belgen die van Brussel naar Kaapstad rijden in een deudeuche. Een vreemde eend in Afrika, zo is de titel. Een kiekje van het naambord met eend en boek om op te sturen naar de schrijver. Een leuke geste dachten we zo.
We vervolgen onze weg naar het viaduct van Millau weer over spannende en kijkrijke binnenwegen tot we er dan toch aan moeten geloven. De snelweg dient zich aan. Met hoge snelheid, wel honderd kilometer per uur voegen we in. Iedereen is in rep en roer. Camera's en mobieltjes in de aanslag en ik met twee handen aan het stuur en mijn rechter voet op het gaspedaal bijna door de bodem trappend. Er wordt driftig gefotografeerd en gefilmd. Imposant is het wel. En dan is het voorbij. Negen euro tachtig armer week gespendeerd aan zes minuten plezier en ervaring. Conclusie: het viaduct is officieel eendproof!

vrijdag 26 juli 2013

Rozier au bord du Tarn

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen. Wat is deze streek toch mooi.  Het achterland van de Bourgogne heeft charme! Wij hebben het geluk dat weer in een eend dit mogen ervaren. Dakje open, zacht muziekje op de achtergrond, Puck foto's aan het maken en Pim leest deel zes van de Grijze Jager bijna uit. Cecile leest de kaart en geniet  zienderogen van het uitzicht door voor en zijruiten. De pittoreske dorpen waar we met gepaste snelheid, eerder traagheid, doorheen rijden lijken allen te slapen. De luiken in verschillende zachte kleuren laten de warmte buiten de huizen. Zou er iemand al aan het apero zitten? Het is tenslotte midi. De wegen liggen er goed bij. Het eendje haalt een gemiddelde snelheid van 35 km per uur. Dat hebben we teruggerekend. "y a pas le feu au lac"

Eindelijk aangekomen in l' Aveyron. Een regio in het departement Midi Pyrenees herken tussen het kanton Lozère en Tarn die ons wel bevalt. We staan op een camping bij Rozier aan de rivier de Tarn. De Tarn is een in de zomer rustig stromend, kabbelend zou te min zijn,  riviertje waar heerlijk in gezwommen kan worden. Een enkele stroomversnelling maakt het spannend voor jong en oud met of zonder luchtbed.  Waterschoenen zijn aan te raden vanwege de keien waarmee zowel de rivierbedding als bodem bezaaid ligt. 
In deze regio wordt veel aan sport gedaan.  Kanoën, fietsen, paragliding,  bergwandelingen en bird watching... Een aantal jaar geleden zijn in deze streek een paar gieren uitgezet. Tot nu toe heb ik er acht geteld. Mijn, na meedobberen met de stroming, favoriete bezigheid daar het zo min mogelijk inspanning kost. Top! 

Het moet niet gekker worden. Lig je in de Tarn worden Cecile en ik bijna overvaren 
door een kano. Enigszins gepikeerd draait Cecile zich om Bart iets te zeggen. .. Bart? Bart Mulder? Het is Bart Mulder met zijn zoontjes,  en oud klasgenoot van de hotelschool Heerlen. Blijkt hij met zijn gezin op een camping stroomafwaarts te staan.  

Diezelfde avond krijgt Cecile een berichtje via Facebook. We hebben jullie zien rijden, was de tekst van Karin. Karin en Fred staan met de kinderen op de camping naast ons stroomopwaarts. Karin en Fred wonen in ons dorp. De kinderen zitten en zaten bij elkaar in de klas. De volgende ochtend dobberen Pim en Luc en Puck en Suzan de Tarn af. In de avond gezellig samen gegeten bij de van Heldentjes in de tent. Het onweerde weer.  Tussendoor hebben de jongens toch nog een kampvuur weten te maken op het strand voor de tent.  Top avond. 

Blijkt dat ook Erik Brems niet ver hier vandaan zit. Barjac nabij Mendes. Zo ongeveer 70 km vanhier. Erik is een  goede vriend van mij uit de tijd dat ik in Brussel (Zellik) woonde begin jaren 80  van vorige eeuw. Een glaasje wijn samen nuttigen wordt nu terwijl ik dit schrijf bekokstoofd. 

Het gastronomische spectrum van deze streek is zoals verwacht zeer gevarieerd. Laten we beginnen met de wijnen aangevuld met een spijssuggestie. Men maakt hier in de buurt een volle sterk naar frambozen riekende rosé welke goed gekoeld prima als aperitief kan dienen of een beetje hoger op temperatuur als begeleider van een maaltijdsalade van bijvoorbeeld foie de volaille tiède. 

De rode wijn heeft het volle karakter van het gebied in zich. Veel fruit en soepel drinkbaar. Weinig tanines ondanks de hout lagering en de lange inweking. Om zo te drinken met wat zwarte olijven als knabbeltje of bij een stevig stuk faux filet van de grill. Heerlijk! 

Er is ook een zwembad op de camping. Dat in combinatie met deze waterdichte mobiele telefoon levert mooie plaatjes op. Even de hobbyist fotograaf uithangen...

donderdag 25 juli 2013

Messen, messen en nog eens messen. Laguiolle!

Een obligatiore  tussenstop. Ik wilde altijd al een echte Laguiolle hebben. We zijn bij een van de drie grote artisanale messenmakers langs gegaan. Waarom die ene? Heel simpel. Hier stond een oude, geheel gerestaureerde Renault bestel voor de deur. Op de foto staat trouwens een mooie Panhard camionette. Toen we eenmaal binnen waren kwam de patron hoogstpersoonlijk ons complimenteren met onze deudeuche.  "Fantastique que vous faites." En de deuren gingen open.  En rondleiding door het museum door de patron zelf.  Uitleg in de smidse waar een van zijn 12 medewerkers Damas staal aan het vervaardigen was.  En wat een historische gereedschappen lagen daar.  Jammer voor jullie dat we geen foto's mochten maken.  Heel begrijpelijk als je weet dat er enorm veel imitatie 'Laguiolle' messen te koop zijn gefabriceerd in China en Pakistan. "C'est la guerre!" Verklaart de patron emotioneel.  Men heeft in 1877 vergeten het originele ontwerp vast te leggen.  Tja,  en dan heb je de poppen aan het dansen.  Dat is nou net de reden dat ik hier een kleine omweg voor heb gemaakt.  Ik wil een echte Laguiolle. Niet zo een die iedereen heeft.  Een die lijkt op de oorspronkelijke: le Laguiolle L' Antique met notenhouten handvat. Deze laat mij het meest herinneren aan het oude zakmes van mijn grootvader. 

Puck en Pim

Puck heeft een nieuwe hobby.  Strikjes maken.  Op instagram worden ze verkocht. Haar eerste aanvraag van tien stuks gaat naar iemand in Amerika. Goed bezig meid! Nu de betaling nog even regelen.  Haar email adres voor de verkoop is, en nu hoop ik dat ik het goed heb,  pucksbows@gmail.com.

Puck en Pim amuseren zich ook zo achter in de eend. Hier wat leuke foto's die ik van puck's toestel heb 'geleend'.

zaterdag 20 juli 2013

Avallon, de stad van Vauban

Twee jaar geleden hebben we in de Pyreneeën een kasteel bezocht bij het dorp Villefranche de Conflant.  Ik voel de dik achthonderdenvierenveertig treden nog in mijn benen.
De architect van dit imposante bouwwerk is maarschalk Vauban Deze heeft na de belegering van Maastricht,  welke soepel en efficiënt is verlopen zonder al te veel manschappen te verliezen van Louis Quinze een toelage gekregen waarmee hij een optrekje in Bazoches nabij Avallon heeft gekocht. Hier vandaan heeft Vauban zijn meer dan 300 ontwerpen gemaakt voor nieuw te bouwen vestigingen of aanpassingen voor bestaande vestigingen. Er stond ten aller tijde een courier of tien klaar om zijn ontwerpen te paard in metalen kokers door heel Frankrijk te sturen. En dat in die tijd. Daarnaast was hij schrijver,  filosoof,  econoom en fiscalist.  Hij adviseerde op het hoogste niveau. Hij reisde zelf ook veel. Hiervoor had hij een draagkoets ontworpen met zowel voor als achter een paard.  Hierin stond aan de ene zijde een stoel en aan de ander zijde een tafeltje zodat hij tijdens zijn reizen kon doorwerken. Van een veertig urige werkweek had hij nog nooit gehoord. Een geniale man moet dat zijn geweest. Capeau!

Heden ten dage beheren de nazaten van de maarschalk het landgoed met het perfect in stand gehouden slot met uitgebreide bibliotheek met meerdere boeken uit 1448 (de eerste gedrukte boeken stammen uit 1429, dacht ik me te herinneren),  authentiek meubilair en een paar schilderijen van grote meesters.   Mocht je in de buurt zijn is het absoluut de moeite waard om het te bezichtigen.  Als je dan toch daar bent is het een kleine rit naar Vezelay. Een halteplaats voor bedevaartgangers naar Santiago de Compostella. Boven op een berg ligt het pittoreske dorpje waar menig bedevaartganger en toerist de lange rechte weg naar de basiliek van de heilige Madeleine heeft beklommen. Zo ook wij. Eerst te voet, en het was me weer een partij warm, en dan toch nog even met de deudeuche... Als winst levert het een memorabel plaatje op. Twee survivors in gevecht met de tand des tijds. Allez les combatants!

Onze camping à la ferme in Les  Châtelaines,  uitkijkend op Avallon, was een simpele plek doch efficiënt.  Een klein  zwembadje door de boer zelf aangelegd en een enorme  campeerplek van dik 400 m2 met uitzicht op een wei met schapen en één paard. Open vuur is toegestaan. De merguez van de lokale slager waren heerlijk. Maar het beste van deze camping was dat er geen muggen waren. Een klein onweer deed de hele camping alert fase 2 aannemen.  Het liep met een sisser af en met een paar mooie kiekjes die puck met veel geduld het weten te maken.