vrijdag 9 augustus 2013

De geur van de stal.

De dag van vertrek is goed georganiseerd. De middag en avond te voren zijn we begonnen met de voorbereiding. Hetgeen dat overbleef voor de nacht is één tent, slaapgerei en een bijna volle eend met aanhanger. De oorsprong van deze werkwijze ligt in het feit dat we toch al wat ervaring hebben met het opbreken van ons kampement en dat het warm was. Heel warm. En dan is het gewoon lekker om even wat prutsen en af te wisselen met een verfrissende duik in de Tarn of het zwembad. Nu hebben we een week aan de Tarn gestaan, op één camping. Erg leuk en lekker rustig. Onze kampeerplaats wordt steeds efficiënter ingericht.  Normaal is de efficiëntie gebaseerd op inpakken en wegwezen, nu op rust en gemak. Om dan weer de ommezwaai te maken is best een mentale uitdaging. Zeker als het warm is... erg warm. De temperatuur loopt, zoals in de rest van Europa, op tot 38°C. Dat is boven lichaamstemperatuur en dat betekend dat ik het rustig aan doe. Een toch valt er niet tegenop te drinken. Water wel te verstaan! Ik hoor jullie al denken; Gregor in Frankrijk niet aan het wijn? Sorry dat ik jullie moet teleur stellen, het kan niet altijd feest zijn... of toch? Ach, bij het avondmaal halen we alsnog een lekker gekoelde lokale rosé uit de koelkast aan de receptie. Tegen betaling natuurlijk. Goed gefaciliteerd is de winkel niet maar dat is ook niet nodig. Wijn, brood, campinggazzzz, een ansichtkaart en wifi. Meer heb je toch niet nodig? Enfin, ik dwaal weer eens af, de terugreis. 
Die ochtend verloopt vlot. Geen stress en toch pas om elf uur vertrekken. We hadden gisteren dus net zo goed niets kunnen doen als ik naar de timing kijk. Als ik naar de rust kijk waarmee we ingepakt hebben dan hebben we ons volledig aangepast aan de huidige temperaturen. Doucement et tranquille.
We nemen uitgebreid afscheid van onze Zwitserse buren en stappen in onze bagnolle. Tot aan de receptie dan, om af te rekenen en nog een bakkie te doen en ons bestelde stokbrood af te halen. Zo raak ik alweer in gesprek met de patron. Of ik interesse heb in zijn camping... hoe kan hij nu weten dat dit mijn levensdroom is. Heb ik weer. We praten/dromen nog even verder.
En route. Via Millau, met een tussenstop bij de kaasboer van een dorp verder, rijden we de snelweg op. We hebben besloten om in het begin kilometers te maken en dat kan niet als we binnendoor gaan rijden. Het eerste stuk tot aan Clermont-ferrand is zonder payage. Het deudeucheje loopt als een naaimachine. Echter een al wat oudere. De kracht is eruit. Met technischere woorden: het blokje is op. Hij loopt nog wel prima hoor.  Hij is gewoon wat ouder aan het worden.
In de auto is het gezellig. Muziekje aan, Cecile aan het haken en de Kids genieten van hun wifi-loze omgeving.  Nummerplaat-woorden-maken en slaan-als-je-een-gele-auto-ziet wordt gespeeld. En ze hebben lol. Ze praten, lachen en slapen samen. Geen geruzie. Papa is tevreden. Tijdens een uitgebreide lunchstop verricht ik een kleine doch noodzakelijke schoonmaak. Ik vind namelijk dat het motortje erg warm wordt. Nu blijkt, na controle, dat de olieradiator vol stuifstof zit. Na de lunch met bijna vers stokbrood en met op goede temperatuur zijnde blauwe kaas en een restje rosé begin ik aan het schoonmaken van de olieradiator die  achter de fan geplaatst is. In een kwartiertje is het gepiept. Wel ten koste van mijn tandenborstel. De rit verloopt voorspoedig. Zo goed zelfs dat we op de snelweg blijven, ook na Clermont.  We tikken stiekem vijfhonderd en vijftig kilometer af voordat we het een dag noemen. Net onder Auxerre houden we halt bij een B&B. De eend heeft de stal geroken. We overnachten en concluderen de volgende ochtend dat als we nog zo een rit maken we thuis zijn...
Met dit vooruitzicht besluiten we bijna unaniem en nog eens vijfhonderd en vijftig kilometer te maken. Een stem heeft twijfel, Cecile. Cecile wil namelijk graag naar Reims. Dat kan. Als we nu vertrekken dan zijn we tegen het middaguur in Reims en kunnen we lunchen tegenover de kathedraal.
Zo gezegd zo gedaan en om stipt twaalf uur stoppen we op de grote allee die recht op de kathedraal uitkomt. Nu nog even parkeren. Best lastig om met een deudeuche midden in een grote stad kwijt te krijgen, legaal dan toch. De grote allee die recht naar de Kathedraal leid zijn te kort en liggen in een  hoek van 30 graden ten opzichte van de straat en het trottoir. Hier liggen kansen voor de getrainde deudeuche rijder. Met een beetje illegaliteit en lef parkeer ik onze eend met de voorwielen op de stoep, zover dat de aanhanger net binnen de lijn staat van alle andere parkeerders. Wel zo veilig. De man in de Spar waar we bijna binnen rijden staat enthousiast te gebaren dat we ook naar binnen kunnen rijden. Goed voor de klandizie waarschijnlijk? Nog voordat we uitgestapt zijn staat hij al naast de eend. "C'est bon. Laisse le. Le Deudeuche, ça c'est une voiture. Ce n'est pas grave de se garer comme ça. C'est permis pour les deudeuches."  Blijkt achteraf dat hij er ook een heeft. We laten het dak open en al onze spullen op de aanhanger. Hij zal haar in de gaten houden. Tijd voor wat geschiedenis snuiven.
Le  Cathédrale Notre-Dame de Reims.
De Cathédrale Notre-Dame de Reims is een kathedraal uit de 13e eeuw. Het is één van de voornaamste gotische bouwwerken van Frankrijk. De kathedraal is historisch van belang omdat hier de koningen van Frankrijk werden gekroond en de episode met Jeanne d'Arc zich hier afspeelde.
Het aantal beelden dat deze kathedraal siert is groter dan bij enige andere Europese kathedraal. Het beeldhouwwerk van de kathedraal van Reims wordt beschouwd als een belangrijk voorbeeld van middeleeuwse beeldhouwkunst. Het centrale portaal aan de westgevel is gewijd aan de maagd Maria. Vooral het beeld van de "Engel met de glimlach" is beroemd; het is het symbool geworden van de stad Reims. Door zijn architectuur en zijn 2303 beelden werd de kathedraal in 1991 toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Het huidige bouwwerk verving een basiliek die in 1211 door brand werd verwoest. Het bevindt zich op de plaats waar in 496 Clovis I gedoopt zou zijn. Ook latere Franse vorsten worden hier gekroond. Het gebouw werd grotendeels in de 13e eeuw voltooid, behalve de westgevel. Die werd opgericht in de 14e eeuw, nadat het schip was verlengd om aan de talrijke kerkgangers plaats te kunnen bieden. Uiteindelijk is de kathedraal voltooid in 1457. In 1481 verwoestte een brand de oorspronkelijk aanwezige vieringtoren. De huidige klokkentoren en de beide grote torens in de oostgevel zijn 15e-eeuws.
In 1027 werd de eerste koning in deze kathedraal gekroond (Hendrik I) en de laatste, Karel X, in 1825. Achthonderd jaar kroningen. Chapeau!
Echt imposant zijn de glas in lood ramen. De roos boven de hoofdingang spant de kroon. Een van de ramen blijkt door Marc Chagall in 1974 gemaakt te zijn. Dat is wel heel speciaal..

De lunch wordt genuttigd vlak bij de Kathedraal, op een plein, op een terras, met veel toeristen. De salade die we krijgen is niet van dien aard dat ik erover ga schrijven. Het glas bier evenmin. Duidelijk?
We gaan terug naar ons vervoersmiddel en zetten de reis voort.
Een paar uur later rijden we de Belgische grens over. Ik herinner me dat hier voorlopig geen tankstation meer komt. We gaan van de snelweg af om te tanken. De Tomtom wijst ons de weg. even later staat de eend haar dorst te lessen met 'sans plomb 98'. tijdens het tanken rijdt een wit busje van de Belgische Douane het terrein op. Een grote Waal met rood haar en een nog roder hoofd van de warmte, stapt in vol ornaat uit en loopt rechtstreeks op ons eendje af. Afwachtend op de vraag onze papieren te overhandigen tank ik door. 'Comment vous avez fait?' is de vraag. '??????' is mijn antwoord wat aan mijn gezicht is af te lezen. 'Comment quoi?' Dan volgt de uitleg. Hij heeft ons namelijk de grens zien oversteken, waar ik by the way vrolijk claxonnerend passeerde, en nu staan we hier. En hier is zo een vijftien kilometer uit de route van de snelweg. En ja, zo een voiture valt op... Tiens.
Het verdere verloop van de reis is zonder enige tegenslag verlopen. Om vijf over drie hebben we Nederlands grondgebied onder onze banden en om twintig over drie staan we voor onze huisdeur. We pakken uit en zijn om vijf uur klaar. Er is een ding wat ons alle vier op dat moment mankeert. Een vrolijke stuiterbal. Een enthousiaste begroeter. Skipp. Morgen maar direct ophalen!
We zijn weer thuis van waarschijnlijk de laatste vakantie met onze eend. 2869 kilometer. Mecri mon petit! Merci pour une bonne vacance!

Bedankt voor het lezen en tot ons volgende avontuur.


dinsdag 30 juli 2013

Une amie pour la deudeuche

En dan staat er dit op je camping. Deze is van de meneer van de techniek: Didier. Een deudeuche uit 1958 in originele staat.
Top!  Merci Didier

Viaduct de Millau

Na een regenachtige dag en nacht wat een aardig drassige kampeerplek heeft opgeleverd hebben we besloten om een toertocht te maken. We zitten dicht bij Millau en het immense viaduct en Roquefort. Via wonderschone binnenwegen rijden we de Causses op. Dit zijn de plateaus van de Aveyron.Overgebleven stukken land gelijkend op bergen die zijn ontstaan nadat de rivier de Tarn zijn tanden er miljoenen jaren lang heeft in gezet met als resultaat de befaamde Gorges. De Grand Canyon van Frankrijk. Hoogteverschillen van bijna achthonderd meter zijn geen uitzondering. Alweer een beproeving voor de deudeuche.  Haarspeldbocht na haarspeldbocht, wegen net breed genoeg voor een auto en  verkeersborden met de tekst "prorité au voitures montant" en "desante très stijl (weet het Franse woord even niet meer, sorry). U begrijpt dat campers en caravans hier wederom geen toegang hebben. Op de koop toe een nieuw wegdek met losse gravel. Opletten dus. Na bijna een half uur rijden het eerste point de vue met zicht op het viaduct. Woorden schieten te kort om dit uitzicht te beschrijven. Op de retour zullen we dit architectonisch hoogstandje testen op eendwaardigheid.
Dan door. Maar welke kant op? De tomtom herkent het punt niet en de kaart laat geen weg zien.  Dan maar onze steun en toeverlaat gebruiken: le grand guide Michelin. Niet de culinaire versie maar het oorspronkelijke wegenboek. Op naar de RN9. Maar voor we daar zijn laat het eendje zich weer van zijn beste kant zien op wegen die, zo lijkt het, speciaal voor haar zijn aangelegd. Ze is in haar element. De weg naar Roquefort is mooi. Misschien is het daarom dat de plaats ietwat tegenvalt. Het lijkt erop dat dit dorp veel te hard is gegroeid. Mooie originele hardstenen gebouwen zijn elegant tegen de rotswand gedrapeerd. Dat is het mooie gedeelte.  Deze worden echter overschreeuwd door haastig gefabriceerde slecht onderhouden betonnen trappen en fabrieken.
Echter het product waar heel Frankrijk trots op is is geweldig.
De kaas Roquefort wordt hier gemaakt en nergens anders. Pour le monde entier. Hier in dit dorp van vierduizend inwoners. Het is de eerste kaas met een eigen AOC en is in handen van zeven families. Drie bezitten grote kaasmakerijen met bekende namen als Societe en Papillon. Het artisanale karakter van weleer heeft hier plaats gemaakt voor commercialiteit. De vier andere families zijn klein te noemen volgens de eigenaar van de lokale Tabac. Een betrouwbare bron denk ik zo omdat hij de enige Tabac in het dorp is en alle kaasfamilies te vriend moet houden. Maar voordat we bij hem in de winkel belanden hebben we een poging gewaagd om bij Papillon een rondleiding te krijgen. Het is al laat op de dag en het personeel is duidelijk vermoeid. Of is het gewoon toeristenvermoeidheid? Ik zal er niet achter komen. Of er even willen wachten tot de volgende rondleiding. Na twintig minuten kijkend naar een man of tien personeel (normaal zou ik hier medewerkers schrijven) die druk bezig zijn met zich zelf bezig te houden en feitelijk niets doen, houd ik het voor gezien. Enigszins geïrriteerd neem ik mijn gezinnetje mee naar buiten en vertrek. Op zoek naar de kleine kaasjongens. Deze hebben uiteindelijk toch mijn voorkeur. Ik ben opzoek naar streekproducten waar, illusie of niet,  ambachtelijkheid vanaf druipt. We krijgen de tip om naar Le Vieux Berger te gaan omdat dit de kleinste is. We kopen nog wat ansichtkaarten en een droge worst, natuurlijk uit de directe omgeving. Die worst  is wel speciaal. Deze bevat namelijk achtentachtig procent varkensvlees van het vrouwelijk varken wat minstens honderdzeventig kilogram weegt alvorens geslacht te worden. Een magere worst met veel smaak en mooi mondgevoel zal later blijken.
We halen ons eendje op van boven in het dorp en tuffen naar beneden, langs de begraafplaats, waar volgens de Tabac-eigenaar alleen maar mensen liggen begraven van meer dan honderd jaar omdat Le Roquefort goed conserveert. Ja ja... Aangekomen zien we dat het goed is. Pim is geen liefhebber van Roquefort maar na zijn eerste stukje kaas van de familie Yves Combes is hij overstag gegaan. Dit is lekker. Hij is romig, pittig, licht zout en op de juiste temperatuur. We krijgen een filmpje te zien over het ontstaan van de wereldfameuse kaas en over het bedrijf wat nu in handen is van de derde generatie. De oorsprong van de Roquefort ligt in de zeventiende eeuw en het geheim zit hem in de geitenmelk, de penicillinum Roqueforti en in de unieke grotten voor de affinage. Deze grotten zijn vochtig en tochtig en hebben een constante temperatuur van acht tot tien graden. De geitenmelk wordt gekocht van gepassioneerde boeren uit de vier kantons van de Aveyron. De penicillinum is en blijft geheim... als geeft de naam het eigenlijk al het mysterieuze al weg. Van rauwe melk tot consumeerbare kaas duurt het goed anderhalf jaar. Het proces begint zoals bij iedere kaas met het onderscheid dat tijdens het proces hier de penicillinum Roqueforti wordt toegevoegd. De jonge kaas wordt gedurende twee weken drie tot vijf maal per dag met de hand gekeerd. Dan wordt er het zout aan de zijkant en op de bovenkant aangebracht. Na vier dagen wordt dit proces herhaalt maar nu wordt de andere kant gezouten. Nu gaan de kazen de grot in voor een periode van drie maanden. Daarna komt er een aluminiumfolie omheen en gaan ze een koelcel, bijna op kamertemperatuur,  in voor acht maanden. Hier vindt een biochemisch proces plaats waarbij de schimmel, want dat is penicillinum, zijn werk gaat doen. Hier op volgend komt de uiteindelijke van het logo voorziene aluminiumfolie om de kaas. Echter deze blijft nog minstens twee maanden in een koelcel, nu op maximaal vier graden vooraleer hij de verkoop in gaat. Het resultaat zijn cylinder vormige kazen met een diameter van twintig centimeter en vijfentwintig centimeter hoog, gebroken wit met van binnen blauw groene  kanalen. De blauwe schimmelkaas is geboren.
Jammer genoeg is deze van de familie Yves Combes niet in Nederland te verkrijgen, nog niet. Wel in België in Cinay en Hanut.
Bij de uitgang kopen we een stukje.
We hebben nu een leuke verlate lunch bij elkaar. We stappen het eendje in en rijden het dorp uit. Bij de eerste beste air, met fantastisch uitzicht over de vallei, stoppen we. Het is nu zes uur en het is lunchtijd.
Een glaasje rosé voor Cecile en mij en water voor de kinderen, verlangen wekken of nuchterheid, vers stokbrood, droge worst en Roquefort. Gesneden met de pas aangeschafte Laguiolle. Kan het mooier?
Op de terugweg stoppen we nog even bij St. Afrique (in het Catalaans Saint Africa). Ik ben een boek aan het lezen over twee Belgen die van Brussel naar Kaapstad rijden in een deudeuche. Een vreemde eend in Afrika, zo is de titel. Een kiekje van het naambord met eend en boek om op te sturen naar de schrijver. Een leuke geste dachten we zo.
We vervolgen onze weg naar het viaduct van Millau weer over spannende en kijkrijke binnenwegen tot we er dan toch aan moeten geloven. De snelweg dient zich aan. Met hoge snelheid, wel honderd kilometer per uur voegen we in. Iedereen is in rep en roer. Camera's en mobieltjes in de aanslag en ik met twee handen aan het stuur en mijn rechter voet op het gaspedaal bijna door de bodem trappend. Er wordt driftig gefotografeerd en gefilmd. Imposant is het wel. En dan is het voorbij. Negen euro tachtig armer week gespendeerd aan zes minuten plezier en ervaring. Conclusie: het viaduct is officieel eendproof!

vrijdag 26 juli 2013

Rozier au bord du Tarn

Ik kan het niet vaak genoeg zeggen. Wat is deze streek toch mooi.  Het achterland van de Bourgogne heeft charme! Wij hebben het geluk dat weer in een eend dit mogen ervaren. Dakje open, zacht muziekje op de achtergrond, Puck foto's aan het maken en Pim leest deel zes van de Grijze Jager bijna uit. Cecile leest de kaart en geniet  zienderogen van het uitzicht door voor en zijruiten. De pittoreske dorpen waar we met gepaste snelheid, eerder traagheid, doorheen rijden lijken allen te slapen. De luiken in verschillende zachte kleuren laten de warmte buiten de huizen. Zou er iemand al aan het apero zitten? Het is tenslotte midi. De wegen liggen er goed bij. Het eendje haalt een gemiddelde snelheid van 35 km per uur. Dat hebben we teruggerekend. "y a pas le feu au lac"

Eindelijk aangekomen in l' Aveyron. Een regio in het departement Midi Pyrenees herken tussen het kanton Lozère en Tarn die ons wel bevalt. We staan op een camping bij Rozier aan de rivier de Tarn. De Tarn is een in de zomer rustig stromend, kabbelend zou te min zijn,  riviertje waar heerlijk in gezwommen kan worden. Een enkele stroomversnelling maakt het spannend voor jong en oud met of zonder luchtbed.  Waterschoenen zijn aan te raden vanwege de keien waarmee zowel de rivierbedding als bodem bezaaid ligt. 
In deze regio wordt veel aan sport gedaan.  Kanoën, fietsen, paragliding,  bergwandelingen en bird watching... Een aantal jaar geleden zijn in deze streek een paar gieren uitgezet. Tot nu toe heb ik er acht geteld. Mijn, na meedobberen met de stroming, favoriete bezigheid daar het zo min mogelijk inspanning kost. Top! 

Het moet niet gekker worden. Lig je in de Tarn worden Cecile en ik bijna overvaren 
door een kano. Enigszins gepikeerd draait Cecile zich om Bart iets te zeggen. .. Bart? Bart Mulder? Het is Bart Mulder met zijn zoontjes,  en oud klasgenoot van de hotelschool Heerlen. Blijkt hij met zijn gezin op een camping stroomafwaarts te staan.  

Diezelfde avond krijgt Cecile een berichtje via Facebook. We hebben jullie zien rijden, was de tekst van Karin. Karin en Fred staan met de kinderen op de camping naast ons stroomopwaarts. Karin en Fred wonen in ons dorp. De kinderen zitten en zaten bij elkaar in de klas. De volgende ochtend dobberen Pim en Luc en Puck en Suzan de Tarn af. In de avond gezellig samen gegeten bij de van Heldentjes in de tent. Het onweerde weer.  Tussendoor hebben de jongens toch nog een kampvuur weten te maken op het strand voor de tent.  Top avond. 

Blijkt dat ook Erik Brems niet ver hier vandaan zit. Barjac nabij Mendes. Zo ongeveer 70 km vanhier. Erik is een  goede vriend van mij uit de tijd dat ik in Brussel (Zellik) woonde begin jaren 80  van vorige eeuw. Een glaasje wijn samen nuttigen wordt nu terwijl ik dit schrijf bekokstoofd. 

Het gastronomische spectrum van deze streek is zoals verwacht zeer gevarieerd. Laten we beginnen met de wijnen aangevuld met een spijssuggestie. Men maakt hier in de buurt een volle sterk naar frambozen riekende rosé welke goed gekoeld prima als aperitief kan dienen of een beetje hoger op temperatuur als begeleider van een maaltijdsalade van bijvoorbeeld foie de volaille tiède. 

De rode wijn heeft het volle karakter van het gebied in zich. Veel fruit en soepel drinkbaar. Weinig tanines ondanks de hout lagering en de lange inweking. Om zo te drinken met wat zwarte olijven als knabbeltje of bij een stevig stuk faux filet van de grill. Heerlijk! 

Er is ook een zwembad op de camping. Dat in combinatie met deze waterdichte mobiele telefoon levert mooie plaatjes op. Even de hobbyist fotograaf uithangen...

donderdag 25 juli 2013

Messen, messen en nog eens messen. Laguiolle!

Een obligatiore  tussenstop. Ik wilde altijd al een echte Laguiolle hebben. We zijn bij een van de drie grote artisanale messenmakers langs gegaan. Waarom die ene? Heel simpel. Hier stond een oude, geheel gerestaureerde Renault bestel voor de deur. Op de foto staat trouwens een mooie Panhard camionette. Toen we eenmaal binnen waren kwam de patron hoogstpersoonlijk ons complimenteren met onze deudeuche.  "Fantastique que vous faites." En de deuren gingen open.  En rondleiding door het museum door de patron zelf.  Uitleg in de smidse waar een van zijn 12 medewerkers Damas staal aan het vervaardigen was.  En wat een historische gereedschappen lagen daar.  Jammer voor jullie dat we geen foto's mochten maken.  Heel begrijpelijk als je weet dat er enorm veel imitatie 'Laguiolle' messen te koop zijn gefabriceerd in China en Pakistan. "C'est la guerre!" Verklaart de patron emotioneel.  Men heeft in 1877 vergeten het originele ontwerp vast te leggen.  Tja,  en dan heb je de poppen aan het dansen.  Dat is nou net de reden dat ik hier een kleine omweg voor heb gemaakt.  Ik wil een echte Laguiolle. Niet zo een die iedereen heeft.  Een die lijkt op de oorspronkelijke: le Laguiolle L' Antique met notenhouten handvat. Deze laat mij het meest herinneren aan het oude zakmes van mijn grootvader. 

Puck en Pim

Puck heeft een nieuwe hobby.  Strikjes maken.  Op instagram worden ze verkocht. Haar eerste aanvraag van tien stuks gaat naar iemand in Amerika. Goed bezig meid! Nu de betaling nog even regelen.  Haar email adres voor de verkoop is, en nu hoop ik dat ik het goed heb,  pucksbows@gmail.com.

Puck en Pim amuseren zich ook zo achter in de eend. Hier wat leuke foto's die ik van puck's toestel heb 'geleend'.